Redt de democratie. Stop de hypocrisie !

Op 16 januari 2008

BRUSSEL NIET UITBREIDEN !

In de Vlaamse Gemeenschapscommissie, het parlement van de Nederlandstaligen in Brussel, werd de "Prijs van de Stichting Sandor Szondi" toegekend aan de Brusselse historicus Dr. Paul De Ridder 

Die wees er in zijn gelegenheidstoespraak op dat de Nederlandstaligen in België sedert 1830 reeds meer dan 16.000 ha. van hun territorium hebben afgestaan. Dit gebeurde voor de uitbouw van de hoofdstad van België. 

De Franstaligen echter hebben geen vierkante centimeter afgestaan. Wel integendeel. Vandaag maken zij zelfs aanspraak op gemeenten die in de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen liggen. 

Buitenlanders staan verbijsterd over wat er in België gebeurd is. Zij noemen dit een "taalkundige" of "culturele genocide". 

Wie aan de grenzen van de gewesten raakt brengt het voortbestaan van België in het gedrang. 

Dr. Paul De Ridder, 16/01/2008

 

Rond 1965 woonde ik een voordracht bij van Sandor Szondi. In die tijd was de kwestie "Leuven" actueel. De eis om de Franstalige afdeling van de Katholieke Universiteit over te hevelen naar Wallonië klonk steeds luider. Franstalig België en de katholieke bisschoppen waren daar radicaal tegen. 

Ook toen stonden de Franstalige media volop op de barricaden. Vooral de katholieke "La Libre Belgique" liet zich niet onbetuigd. De overheveling van de "Université Catholique de Louvain" naar Wallonië gold als "un crime contre l'esprit". De splitsing zou het roemloze einde betekenen van een eeuwenoude instelling. 

Een Nederlandstalige universiteit in Leuven zou in de kortste keren verschrom-pelen tot de universiteit van het Hageland. Erger nog ! De splitsing - niet van BHV - maar van de Leuvense "Alma Mater" was de voorbode van het einde van België. 

Ook toen al ! 

Ook toen werd er met de tricolore gezwaaid. 

Ook toen werd in alle ernst verklaard dat de politici zich bezig hielden met "valse problemen" en niet met wat de mensen echt bezig hield. 

Ook toen werden er hoogdravende zelfs "morele" argumenten aangevoerd. Het heette dat het samenleven van Frans- en Nederlandstalige studenten in éénzelfde stad een unieke troef was. Dit droeg bij tot beter wederzijds begrip. ja het was een verrijking... 

En hoe reageerde Sandör Szondi, de Vlaming van allochtone herkomst daar op ? 

Hij ergerde zich hartsgrondig aan dergelijk farizeïsme. 

Als humaniorastudent heb ik het hem met mijn eigen oren horen uitroepen tijdens een van de vele lezingen die hij toen overal te lande gaf. De man die kort voordien zelf in Leuven gestudeerd had - Szondi wist dus zeer goed waarover hij sprak - verklaarde toen letterlijk: "Verrijkend contact tussen Frans- en Nederlandstalige studenten in Leuven. Laat ons niet lachen: dat contact is nul ! ". 

GEACHTE TOEHOORDERS 

Sandor Szondi was - zoals U weet - een weeskind dat om politieke redenen uit zijn vaderland Hongarije moest wegvluchten. Hij werd hier bij ons in West-Vlaanderen hartelijk opgevangen. Szondi is daar altijd zeer dankbaar voor gebleven. 

Wie Szondi heeft gekend, weet dat hij het niet bij woorden liet. Hij beschouwde het als zijn plicht om zich in te zetten voor de gemeenschap die hem met zoveel gulheid en zoveel zin voor solidariteit had opgenomen. 

Voor mensen die het echt nodig hebben, voor mensen die - niet door eigen nala-tigheid - maar door rampspoed en tegenslag werden getroffen zijn wij Neder-landers (uit Zuid zowel als uit Noord) altijd al zeer vrijgevig geweest. 

Ons heeft het nooit aan solidariteit ontbroken, ook voor mensen die van elders kwamen. Szondi wist dat maar al te goed. Wie het tegendeel beweert is te kwader trouw. 

Precies het feit dat Szondi van buitenlandse afkomst was, heeft hem in staat gesteld om - beter dan vele mensen hier te lande - de toestand correct in te schatten. 

Sterker nog dan vele Vlamingen had Szondi gezien wat er in België aan de hand was. Hoe een francofone bovenlaag de gewone man verdrukte. Vanuit zijn diepe sociale bewogenheid heeft deze geboren Hongaar zich daartegen hardnekkig verzet. 

Szondi deed dan ook niet smalend over "valse problemen", over "zaken waar de mensen niet wakker van liggen" over "absurdistan", over "probleem 198"... 

Wij hebben hier trouwens te maken met een meer algemeen fenomeen. 

Meermaals viel het mij op dat buitenlanders - eens zij correcte informatie hebben gekregen - spontaan heel wat sympathie koesteren voor de Nederlandstalige. 

Meer nog ! Vaak hebben zij heel wat minder last van de complexen die sommige Vlamingen maar niet kwijt geraken. 

Vlamingen zitten zich telkens weer krampachtig in te spannen om toch maar niet "extreem" over te komen. 

Zij beginnen zich al op voorhand te excuseren wanneer zij gewoon de waarheid gaan zeggen. 

Buitenlanders staan daar - telkens weer - verbaasd over. 

Zelf heb ik dat zeer concreet ervaren op 16 maart 2000. Die dag gaf ik in het "Jolly hotel" aan de Grote Zavel een lezing over de evolutie van het taalgebruik te Brussel van de middeleeuwen tot vandaag. 

Meer dan honderd vrouwen afkomstig uit heel de wereld kregen - in het Engels - een overzicht van de geschiedenis van onze gewesten. 

Daarna schetste ik voor dit publiek de evolutie van het taalgebruik te Brussel in de loop der tijden. 

Dit internationale gezelschap - heel wat onder hen bekleedden topfuncties in de privé-sector of in overheidsdienst - hoorde dat Brussel tot het einde van de 18de eeuw een Nederlandse stad in het hertogdom Brabant was. 

Net zoals op talloze andere plaatsen in Europa vertoefde er ook in Brussel een aantal Franstalige edellieden, hovelingen en hoge ambtenaren. 

In 1788 woonde er in Brussel-stad, d.w.z. het gebied binnen de huidige Kleine Ring, ca. 95 % Nederlandstalige. Amper 5 % van de bevolking van Brussel was op de vooravond van de Franse Bezetting (1792-1815) Franstalig. 

Tijdens de Franse Bezetting (1794-1815) werd het Frans "manu militari" opgelegd aan de plaatselijke bevolking. 

Toch bleven de Brusselaars zich hardnekkig verzetten tegen het opdringen van die vreemde taal. 

Onder Willem I (1815-1830) van het "Koninkrijk der Nederlanden" kreeg de volkstaal - het Nederlands- nieuwe kansen. 

Daarna vertelde ik mijn toehoorders hoe in 1830 - nota bene door separatisme ! - de staat "België" tot stand kwam. 

Hoewel de meerderheid van de bevolking van België enkel Nederlands sprak, kende het nieuwe land slechts één officiële taal: het Frans. 

Bovendien heerste er een zo groot mogelijke "taalvrijheid". 

In de toenmalige sociaal-politieke context betekende dit dat de sociaal sterkere het recht kreeg om de sociaal zwakkere te verdrukken. 

Al wie streefde naar een hogere maatschappelijke status en naar sociale pro-motie schakelde over naar het Frans. 

Dit gold trouwens lange tijd niet alleen voor Brussel maar ook voor heel Nederlandstalig België. Overal gaf de francofone bovenlaag de toon aan. 

In steden als Antwerpen, Gent, Brugge, Kortrijk, Leuven ... was het Frans prominent in het straatbeeld aanwezig. 

In Brussel heeft dit proces zich uiteraard nog sterker doorgezet. Brussel was immers de hoofdstad van het nieuwe land. 

Hier waren niet alleen de diverse ministeries en overheidsdiensten gevestigd maar ook het bank- en financiewezen, de verzekeringen, enz. De resultaten waren dan ook spectaculair. 

Op amper honderd jaar, op nog geen drie generaties, raakten oorspronkelijk Nederlandstalige gezinnen volledig verfranst. Heel wat grootouders konden hun eigen kleinkinderen niet meer verstaan. 

Mijn buitenlandse toehoorders konden hun oren niet geloven 

"Did this happen in Belgium ? " 

Voor de aanhangers van de Belgische taalideologie vormden dergelijke schrijnende toestanden echter allerminst een probleem. 

Volgens hen voltrok er zich immers een volkomen normaal proces. Het was niet meer dan billijk en "natuurlijk" dat het Frans een universele en superieure taal een inferieure taal verdrong. 

Rond 1900 gingen sommige Waalse auteurs nog een stap verder. 

Zij verklaarden openlijk dat de politieke, sociale en culturele achterstand van de Vlamingen het fatale gevolg was van ... "inferieure raskwaliteiten". 

Dit "natuurlijk" proces van "survival of the fittest" mocht geenszins verstoord worden. Maatregelen om de sociaal zwakkeren te beschermen waren dan ook uit den boze. 

Er kon dan ook geen sprake zijn van taalwetten, laat staan van ingrijpende institutionele hervormingen. 

Brussel was zogezegd "tweetalig". 

Het Nederlands bleef er echter lange tijd een tweede rangstaal. De verfransing greep dan ook steeds sterker om zich heen en dit fenomeen bleef allerminst beperkt tot Brussel-stad. 

Door de sterke groei van de steden - een algemeen Europees verschijnsel - deinde de denationalisering steeds verder uit over het Brabantse ommeland. 

Het werd muisstil toen de buitenlanders hoorden dat het Belgische regime ervoor gezorgd heeft dat sedert 1830 niet minder dan 22 (en niet 19 zoals men nog vaak hoort beweren) Nederlandstalige gemeenten verfranst werden. 

Kortom: 

De Nederlandse gemeenschap in dit land heeft niet alleen haar beste stad afgestaan: Brussel, de aloude hoofdstad van de Nederlanden (ca. 450 ha.) maar daarnaast nog eens 21 gemeenten met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 15.000 ha. 

Brussel stad en die 21 gemeenten vormen vandaag het "Brussels Hoofdstedelijk Gewest", een "tweetalige" enclave in het Nederlandse Gewest. 

Het Nederlandse Gewest heeft dus bijna 16.000 ha. territorium afgestaan. 

Maar zelfs dit was nog niet genoeg voor de Franstaligen. 

In 1963 deed de Nederlandse Gemeenschap in België - andermaal - een "gebaar", een "teken van goede wil". 

Voor de zoveelste maal gaven de Nederlandstaligen blijk van "ruimdenkend-heid" en van zin voor "verantwoordelijkheid". 

Door het zgn. "Compromis van Hertoginnedal" verleenden zij in zes bijkomende Brabantse gemeenten zgn. "faciliteiten" aan de Franstaligen. 

Resultaat: In de kortste keren raakten ook deze gemeenten - meer dan 5000 ha. grond - diepgaand verfranst. 

Maar zelfs dit was nog niet genoeg. 

Reeds jaren eisen de Franstaligen dat ook die faciliteitengemeenten nu - op hun beurt - zouden aangehecht worden bij het "tweetalig" Brussels gewest. 

De Franstaligen, die toch telkens weer beweren hoezeer zij gehecht zijn aan hun "duurbaar België" hebben in heel die periode nooit één enkele gemeente afge-staan aan de hoofdstad. 

Wel integendeel ! Zij hebben dit telkens weer - en radicaal - geweigerd. 

Meer nog ! Toen begin de jaren 80 Toon Van Overstraeten verkozen werd in Waals-Brabant werd hij "manu militari" uit het Waals parlement gezet. 

De dames (afkomstig uit Europa, Amerika, Afrika, Azië) die op 16 maart 2000 mijn lezing bijwoonden, waren verbijsterd. 

Zij konden hun oren niet geloven. 

Ik kreeg reacties in de aard van: 

"Nu begrijpen wij eindelijk wat er in België aan de hand is", 

Een Israëlische zei letterlijk: "Maar dit is een echte culturele en taalkundige genocide !" 

"En jullie koning heeft daar nooit op gereageerd ?" 

"Waarom heeft jullie koning de Franstaligen er nooit toe aangespoord om steevast Nederlands te spreken in het Nederlandse gewest ?" 

GEACHTE TOEHOORDERS 

Ik zei het reeds. Wanneer buitenlanders objectieve informatie krijgen, beseffen zij - vaak beter dan vele Vlamingen die er maar niet in slagen hun mentaliteit van horigen en lijfeigenen af te leggen - wat er in Brussel aan de hand is. 

Wie de zaken onbevangen beschouwt, heeft het natuurlijk al lang gezien: 

Er zit systeem in deze waanzin ! Inderdaad. 

Dezelfde sociale verdringing waarvan tijdens de 19de en de 20ste eeuw eerst de inwoners van Brussel-stad en daarna die van de omliggende gemeenten het slachtoffer werden, bedreigt vandaag ook mensen die in de provincies "Antwerpen" en "Oost-Vlaanderen" wonen. 

Tot zover "het luxe-probleem waarvan de mensen niet wakker liggen".

Het gaat vandaag trouwens al lang niet meer om Brussel en "Vlaams-Brabant". 

Tot in de buurt van Mechelen (provincie Antwerpen) en Aalst (provincie Oost-Vlaanderen) worden de grond- en huurprijzen onbetaalbaar voor de gewone man. 

Waar blijven ze nu die hooggeroemde redders van de "solidariteit" ? 

Al wie het ernstig meent met de "democratie" en met de "mensenrechten" heeft de verdomde plicht zich af te zetten tegen "sociale verdringing", tegen het recht van de sterkste. 

Een dergelijk "natuurlijk proces" waarbij de sterkere de zwakkere wegdrukt, vormt immers een flagrante negatie van fundamenteel democratische beginselen. 

Kolonisering en racisme vallen immers niet te rijmen met "democratie". 

In plaats van de hypocriete actie "Redt de solidariteit" zou men dan ook beter een actie voeren: "Redt de democratie. Stop de hypocrisie !". 

GEACHTE TOEHOORDERS 

Uit voorgaande uiteenzetting blijkt andermaal hoe belangrijk het is dat buitenlanders in hun eigen taal geïnformeerd worden over wat er in Brussel en in België aan de hand is. 

Precies daarom heb ik er al jarenlang zowel bij officiële instanties als bij verenigingen en bij particulieren voor gepleit om Ð eindelijk - de buitenlanders in hun eigen taal te informeren. 

Slechts uitzonderlijk werd mijn noodkreet gehoord. 

Ik ben dan ook zeer verheugd dat de "Stichting Sandör Szondi"deze prijs heeft toegekend aan de "Vereniging voor Brusselse Geschiedenis". 

Dank zij deze Stichting zal "Brussel, geschiedenis van een Brabantse stad" (*) eerlang gepubliceerd kunnen worden in het Hongaars, de moedertaal van Sandör Szondi. 

De voormalige secretaris van de "Nederlandse Cultuurcommissie" (NCC) zal allicht nooit gedacht hebben dat zijn Stichting dit mogelijk zou maken. 

Het is allicht een der mooiste geschenken die hem ooit gegeven werden. 

Namens de "Vereniging voor Brusselse Geschiedenis" dank ook ik U zeer oprecht voor dit initiatief !

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is